Het proces van 10 minuten: hoe Iran een man executeerde om zijn bitcoins te stelen
Bron: www.iranwire.com
Het proces tegen de 32-jarige computeringenieur Esmail Fekri duurde slechts tien minuten. Tijdens de zitting probeerde hij uit te leggen dat zijn bekentenis onder marteling was afgedwongen en dat hij enkel had getekend omdat ondervragers dreigden hem te doden. De rechter antwoordde koeltjes: “Is dat zo? Hier — executie.” Drie weken later, op 16 juni 2025, werd Fekri opgehangen.
Volgens de autoriteiten spioneerde hij voor Israël, maar documenten en bronnen die door IranWire zijn onderzocht, wijzen op een heel ander motief: de confiscatie van zijn fortuin van bijna 500 bitcoins, destijds zo’n 12 miljoen dollar waard. Deze munten had Fekri al jaren eerder legaal gemined, lang voordat bitcoin waardevol werd. Hij probeerde zijn bezit zelfs te regulariseren via officiële Iraanse instanties.
In november 2024 werd Fekri onder valse voorwendselen gearresteerd. Veiligheidsagenten beweerden dat zijn auto openstaande boetes had, maar namen hem mee en verdwenen. Zijn familie hoorde veertien dagen niets. Toen zijn verblijfplaats eindelijk bekend werd, luidden de aanklachten: samenwerking met Mossad en aantasting van de nationale veiligheid.
De beschuldigingen waren gebaseerd op zijn werk bij Talieh Sabz, een privébedrijf dat toevallig overheidscontracten had en later door de VS werd gesanctioneerd. Toch was Fekri er via een publieke vacaturesite aangenomen — een aanwijzing dat het géén militair geheim project betrof. Belangrijker: veiligheidsdiensten wisten al van zijn bitcoins en wilden ze in handen krijgen.
Onder marteling werd Fekri gedwongen te “bekennen” dat Israël hem had betaald. Hij werd bedreigd met executiebeelden van andere gevangenen en uiteindelijk brak hij. Zijn zogenaamd medeplichtige collega, Babak Shahbazi, werd eveneens geëxecuteerd, ondanks het ontbreken van bewijs.
Fekri probeerde zijn bekentenis later in te trekken in een brief aan het Hooggerechtshof, waarin hij de marteling en de afpersing documenteerde. Het mocht niet baten: de rechter sprak het doodvonnis uit, dat snel werd bekrachtigd.
Na zijn ophanging werd zijn lichaam dagenlang niet vrijgegeven; uiteindelijk begroef de staat hem in een woestijn nabij Qazvin zonder toestemming van de familie. Vier maanden later weigeren de autoriteiten nog steeds zijn bitcoins terug te geven — officieel “bewijs van betaling door Israël”, feitelijk roof onder staatsgezag.