Iran’s Dodelijke Jaar: Meer dan 1.500 Executies en Wereldwijde Alarmbellen
Bron: Iran.org
ran staat dit jaar wereldwijd in de spotlight vanwege een schrikbarende toename van het aantal executies, dat tussen oktober 2024 en oktober 2025 meer dan 1.500 slachtoffers bereikte — het hoogste niveau in tien jaar volgens gegevens van mensenrechtenactivisten. Deze cijfers vertegenwoordigen een stijging van ongeveer 86 % ten opzichte van het voorgaande jaar en illustreren een verontrustende escalatie van de doodstraf als middel van staatsrepressie en sociale controle.
Het rapport van Human Rights Activists in Iran (HRA) laat zien dat meer dan 94 % van deze executies plaatsvond in het geheim, zonder openbare aankondiging of erkenning door de Iraanse autoriteiten, wat wijst op een bewuste poging om de ware omvang van de executies te verbergen. Slechts een handvol, letterlijk acht publieke executies, zijn geregistreerd, terwijl drie jongeren en 49 vrouwen onder de geëxecuteerden waren — een aanzienlijke stijging van het aantal vrouwelijke slachtoffers ten opzichte van het voorgaande jaar.
De meeste executies hadden betrekking op drugsgerelateerde beschuldigingen (48,3 %) en moordzaken (43,5 %), maar de sfeer waarin deze veroordelingen en straffen plaatsvinden roept ernstige vragen op over de rechtsstaat. Veel van de veroordeelden kregen hun straf na procedures die gekenmerkt werden door gedwongen bekentenissen onder foltering en gebrek aan basisgaranties voor een eerlijk proces, in strijd met internationale normen en mensenrechtenstandaarden.
Mensenrechtenorganisaties beargumenteren dat deze golf van executies niet simpelweg een reactie is op misdaad, maar onderdeel van een bredere strategie van intimidatie en onderdrukking. In het licht van economische crisis, sociale onrust en voortdurende protesten — waaronder de invloedrijke Woman, Life, Freedom‑beweging sinds 2022 — lijkt het Iraanse regime de doodstraf te gebruiken als een politiek instrument om angst te zaaien en oppositie te smoren.
Regionaal gezien verschillen de cijfers sterk. Provincies als Alborz, Isfahan en Fars staan bovenaan qua absolute aantallen executies, terwijl kleinere provincies zoals South Khorasan, Qom en Yazd relatief gezien de hoogste executieratio’s per hoofd van de bevolking laten zien. Deze variatie benadrukt de rol van lokale gerechtelijke structuren, zoals revolutionaire rechtbanken, in het toepassen van de doodstraf als machtsmiddel.
De internationale reactie op deze mensenrechtenschendingen is kritisch. Naast oproepen voor een moratorium op alle executies met het oog op volledige afschaffing, roepen activisten op tot transparantie in het rechtssysteem, de herziening van bestaande doodvonnissen, en internationaal toezicht door bijvoorbeeld de Verenigde Naties. Er wordt ook gepleit voor rechtvaardigheid voor families van de slachtoffers en verantwoordingsmechanismen tegen functionarissen die betrokken zijn bij onwettige executies.
Deze situatie vormt een urgent moreel en politiek vraagstuk voor de wereldgemeenschap. Terwijl Iran zijn statistieken over de doodstraf blijft verhullen, benadrukken activisten dat blijvende internationale druk en solidariteit nodig zijn om het systematische gebruik van de doodstraf als repressief instrument te stoppen.
Samengevat toont dit rapport niet alleen een recordaantal executies, maar ook een diepgeworteld patroon van schendingen van fundamentele mensenrechten, dat internationale aandacht en actie blijft vereisen.