In beslag genomen in Londen: hoe Iran zijn laatste olie-post in het Westen verloor
Bron: www.iranintl.com
De beslissing van het Londense Hof van Beroep om het hoofdkantoor van de National Iranian Oil Company (NIOC) in beslag te nemen, markeert een nieuw dieptepunt in Iran’s afnemende internationale invloed en groeiende isolement. Het gebouw aan Victoria Street in Londen, met uitzicht op het Britse parlement, was de laatste Europese basis van Iran voor het beheren van oliecontracten en -verkopen. De confiscatie dient ter voldoening van een schadeclaim van 2,4 miljard dollar van het in de VAE gevestigde Crescent Petroleum. Het pand, gebouwd in 1975 in brutalistische stijl, is naar schatting 125 miljoen dollar waard.
De zaak vloeit voort uit een gascontract dat Iran in 2001 sloot met Crescent, tijdens het presidentschap van Mohammad Khatami. De overeenkomst voorzag in de levering van tot 500 miljoen kubieke voet gas per dag vanuit het offshore Salman-veld aan de grens met de VAE. In 2005 stopte NIOC echter de leveringen, onder verwijzing naar technische problemen, en beschuldigde Crescent later van corruptie. Iran verbrak het contract eenzijdig, maar kon die beschuldigingen nooit bewijzen.
Crescent begon in 2009 een arbitragezaak bij de Internationale Kamer van Koophandel (ICC). De ICC oordeelde in 2014 dat Iran het contract had geschonden, en kende in 2021 een schadevergoeding van 2,4 miljard dollar toe aan Crescent. Pogingen van NIOC om de uitspraak aan te vechten werden door Engelse rechtbanken afgewezen. In 2024 besloot een Britse rechter tot inbeslagname van het Londense hoofdkantoor, nadat bleek dat NIOC tevergeefs had geprobeerd het eigendom over te dragen aan een pensioenfonds om beslag te voorkomen.
Het totale verlies voor Iran, inclusief juridische kosten en misgelopen gasopbrengsten, wordt geraamd op meer dan 7,25 miljard dollar. Eerder, in 2022, had een rechtbank in Rotterdam al het Europese NIOC-kantoor daar in beslag laten nemen.
In Iran wordt de uitspraak officieel afgedaan als “politieke inmenging”, maar binnenlandse critici spreken van wanbeheer en corruptie. Oud-parlementslid Heshmatollah Falahatpisheh riep op tot vervolging van verantwoordelijken, terwijl analist Ahmad Zeidabadi het “een nationale schande” noemde dat het volk nog steeds niet weet wie schuld draagt.
Waar het Londense NIOC-gebouw ooit symbool stond voor Iran’s groeiende invloed in de olie-industrie, geldt het nu als een pijnlijk monument van economisch verval, mismanagement en diplomatieke isolatie.