Peiling toont diepe breuk tussen Iraanse bevolking en regering over oorlog met Israël
Een nieuwe landelijke peiling van het onderzoeksinstituut GAMAAN legt een groeiende kloof bloot tussen de Iraanse bevolking en de regering, vooral zichtbaar tijdens de twaalfdaagse oorlog tussen Iran en Israël eerder dit jaar. Terwijl de staat deze militaire confrontatie presenteerde als een heroïsche strijd, ervoeren veel Iraniërs vooral angst en uitputting. In telefonische gesprekken tijdens de gevechten vertelden burgers dat zij geen oorlog wilden en dat de vijand, volgens hen, niet buiten maar binnen het land zit.
Volgens de enquête beschouwt 63 procent van de bevolking het conflict als een oorlog van de regering, niet van het volk. Een meerderheid van de respondenten stelt dat Teheran de oorlog begon, en slechts 16 procent gelooft dat de strijd enig resultaat opleverde. Bij de vraag wie de grootste schuld draagt aan het conflict, wees bijna tweederde naar de Iraanse regering, niet naar Israël.
De bevindingen wijzen op een fundamentele verschuiving in de houding tegenover de ideologische basis van de Islamitische Republiek. Waar het regime decennialang legitimiteit zocht in vijandschap en opoffering, verlangt de bevolking nu vooral stabiliteit, dialoog en een normaal leven. Zo wil bijna 70 procent af van de officiële leus “Dood aan Israël,” en 62 procent steunt directe onderhandelingen met de Verenigde Staten.
Tegelijkertijd daalt de religieuze betrokkenheid: slechts 40 procent noemt religie nog belangrijk in het dagelijks leven. Deze trends signaleren geen revolutionaire opstand, maar een stille, diepgaande verschuiving: een samenleving die zich afkeert van conflict en ideologie, en kiest voor vrede en pragmatisme.